Een computervirus is een klein programma dat geschreven is om de manier waarop een computer werkt te veranderen zonder dat de gebruiker hier weet van heeft of toestemming gegeven heeft.Een virus moet aan twee criteria voldoen:
1. Het moet zichzelf uitvoeren. Vaak plaatst het z’n eigen code in het
uitvoeringspad van een ander programma.
2. Het moet zichzelf vermeerderen.
Het kan bijvoorbeeld andere uitvoerbare bestanden vervangen door een kopie van een met het virus geïnfecteerde bestand. Virussen kunnen zowel desktopcomputers als netwerkservers infecteren. Sommige virussen zijn geprogrammeerd om de computer te beschadigen door programma’s te beschadigen, bestanden te verwijderen of de vaste schijf opnieuw te formatteren. Andere virussen zijn niet ontworpen om schade toe te brengen, maar alleen om zichzelf te vermenigvuldigen en hun aanwezigheid kenbaar te maken door tekst-, video- of audioberichten. Zelfs deze goedaardige virussen kunnen problemen veroorzaken voor de computergebruiker. Ze nemen meestal computergeheugen in beslag dat gewone programma’s gebruiken. Daardoor worden computers instabiel en kan het systeem vastlopen. Ook bevatten virussen vaak zelf bugs die weer leiden tot het vastlopen van het systeem en het verlies van gegevens.